Голландская республика. Ее подъем, величие и падение. 1477-1806. Том 2. 1651-1806 - читать онлайн книгу. Автор: Джонатан И. Израэль cтр.№ 193

читать книги онлайн бесплатно
 
 

Онлайн книга - Голландская республика. Ее подъем, величие и падение. 1477-1806. Том 2. 1651-1806 | Автор книги - Джонатан И. Израэль

Cтраница 193
читать онлайн книги бесплатно

Daelemans, F., ‘Pachten en welvaart op het platteland van Belgisch Brabant (15e-18e eeuw)’, AAG Bijdragen, 28 (1986), 165-84.

Dalen, J. L. van, Geschiedenis van Dordrecht (2 vols.; Dordrecht, 1931-3).

Dambruyne, J., ‘De Gentse immobilienmarkt en de economische trend, 1590-1640’, BMGN 104 (1989), 157-83.

‘Het versteningsproces en de bouwactiviteit te Gent in de zeventiende eeuw’, TvG 102 (1989), 30-50.

Dankbaar, W. F., Martin Bucer’s Beziehungen zu den Niederlanden (The Hague, 1961).

Davids, C. A., ‘Migratie te Leiden in de achttiende eeuw’, in H. A. Diederiks et al. (eds.), Een stad in achteruitgang. Social-historische studies over Leiden in de achttiende eeuw (Leiden, 1978).

‘Universiteiten, Illustre Scholen en de verspreiding van technische kennis in Nederland, eind 16e-begin 19e eeuw’, Batavia Academica, 8(1990), 3-34.

‘De technische ontwikkeling van Nederland in de vroeg-modeme tijd’, Jaarboek voorde geschiedenis van bedrijf en techniek, 8 (1991), 9-37.

‘Technological Change and the economic Expansion of the Dutch Republic, 1580-1680’, in K. Davids and L. Noordegraaf (eds.), The Dutch Economy in the Golden Age (Amsterdam, 1993), 79-104.

Decavele, J., De dageraad van de Reformatie in Vlaanderen (2 vols.; Brussels, 1975)

‘De mislukking van Oranje’s “democratische politiek” in Vlaanderen’, BMGN 99 (1984), 626-50.

‘Willem van Oranje, de “Vader” van een verscheurd Vaderland (15771584)’, Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 38 (1984), 69-80.

‘Brugse en Gentse mendicanten op de brandstapel in 1578’, in H. Soly and R. Vermicr (eds.), Beleid en bestuur in de oude Nederlanden. Liber Amicorum Prof Dr. M. Baelde (Ghent, 1993), 73-94.

Deijk, F., ‘Elie Benoit (1640-1728), Historiographer and Politician after the Revocation of the Edict of Nantes’, NAK 69 (1989), 54-92.

Dekker, R., Holland in beroering (Baara, 1982).

‘De staking van de Amsterdamse katoendrukkersknechts in 1744’, Textielhistorische Bijdragen, 26 (1986), 24-38.

‘Revolutionaire en contrarevolutionaire vrouwen in Nederland, 1780-1800’, TvG 102 (1989), 545-63.

‘Labour Conflicts and Working-Class Culture in Early Modem Holland’ International Review of Social History, 35(1990), 377-420.

‘Private Vices, Public Virtues” revisited: The Dutch Background Bernard Mandeville’, History of European Ideas, 14 (1992), 481-98.

Delfos, L., Die Anfange der Utrechter Union 1577-1587 (Berlin, 1941).

Dequeker, L., ‘Heropleving van het Jodendom te Antwerpen in de zeventiende eeuw?’, De Zeventiende Eeuw, 5(1989), 154-61.

Despretz-Van de Casteele, S., ‘Het protectionisme in de Zuidelijke Nederlanden gedurende de tweede helft der 17e eeuw’, TvG 78 (1965), 294-317.

Deursen, A. Th. van, ‘De Raad van State en de Generaliteit (1590-1606)’, BGN 19 (1964-5), 1-48.

Honni soit qui mal у pense? De Republiek tussen de mogendheden (1610-1612) (Amsterdam, 1965).

De val van Wezel (Kampen, 1967).

Bavianen en slijkgeuzen (Assen, 1974).

‘Staat van oorlog en generale petitie in de jonge Republiek’, BMGN 91 (1976), 44-55

Het kopergeld van de Gouden Eeuw (4 vols; Assen, 1978-80).

Plain Lives in a Golden Age (English trans, of above; by M. Ultee, Cambridge, 1991).

‘De Raadpensionaris Jacob Cats’, TvG 92 (1979), 149-61.

‘Tussen eenheid en zelfstandigheid’, in S. Groenveld and H. L. P. Leeuwenberg (eds.), De Unie van Utrecht (The Hague, 1979), 136-54.

‘Maurits’, in Tamse (ed.), Nassau en Oranje, 83-109.

‘De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1880)’, in J. C. H. Blom and E. Lamberts (eds.), Geschiedenis van de Nederlanden (Rijswijk, 1993), 118-80.

Dhondt, L., ‘De conservatieve Brabantse omtwenteling van 1789 en het proces van revolutie en contrarevolutie in de Zuidelijke Nederlanden tussen 1780 en 1830’, TvG 102 (1989), 422-50.

Dibon, P. A. G., L'Enseignement philosophique dans les universités néerlandaisesa Г époque pré-cartésienne (1575-1650) (Paris, 1954).

(ed.), Pierre Bayle. Lephilosophe de Rotterdam. études et documents (Amsterdam, 1959).

Diederiks, H., Een stad in verval. Amsterdam omstreeks 1800 (Amsterdam, 1982).

Diederiks, H., ‘Amsterdam 1600-1800. Demographische Entwicklung und Migration’, in H. Schilling and W. Ehbrecht (eds.), Niederlande und Nordwestdeutschland (Cologne, 1983), 328-46.

Dierickx, M., VErection des nouveaux dioceses auxPays-Bas, 1559-1570 (Brussels, 1967).

Dijk, H. van, and Roorda, D. J., ‘Sociale mobiliteit onder regenten van de Republiek’, TvG 84 (1971), 306-28.

Het patriciaat in Zierikzee tijdens de Republiek (n.p. 1979).

Dijk, J. H. van, ‘Bedreigd Delft’, BVGO 6th ser. (1928), 177-98.

‘De geldelijke druk op de Delftse burgerij in de jaren 1572-76’, BVGO 7th ser. 5(1935), 169-86.

Dijksterhuis, E. J., Simon Stevin (The Hague, 1943).

The Mechanization of the World Picture (1959; English edn. Princeton, NJ, 1986).

Dillen, J. G. van, ‘Amsterdam als wereldmarkt der edele metalen in de 17e en 18e eeuw’, De Economist (1923), 538-50, 583-98, 717-30.

‘Effectenkoersen aan de Amstcrdamschc beurs’, EHJ17 (1931), 1-46.

‘Summiere staat van de in 1622 in de provincie Holland gehouden volkstelling’, EHJ 21 (1940), 167-89.

Het oudste aandeelhoudersregister van de kamer Amsterdam derOost-Indische Compagnie (The Hague, 1958).

Van Rijkdom en regenten (The Hague, 1970)

Disney, A. R., Twilight of the Pepper Empire (Cambridge, Mass., 1978).

Dixon Hunt, J., ‘Reckoning with Dutch Gardens’, Journal of Garden History, 8(1988), 41-60.

Doeleman, F., De heerschappij van de Proost van Sint Jan in de Middeleeuwen, 1085-1595 (Zutphen. 1982).

Dollinger, P., The German Hansa (1964; English trans. London, 1970).

Doornkat Koolman, J. ten, Dirk Philips, vriend en medewerker van Menno Simons (Haarlem, 1964),

Dorban, M., ‘Les Debuts de la revolution industrielle’, in La Belgique autrichienne, 121-62.

Вернуться к просмотру книги Перейти к Оглавлению Перейти к Примечанию